Met belangstelling las ik in de nieuwsbrief van ZorgVisie van 20 oktober jl. het interview met Sjoerd Repping, landelijk programmadirecteur, over de voortgang in het proces van zorgevaluatie. Als niet-medicus onthoud ik me van een opvatting over het belang van een verdere ‘aanscherping’ en daarin verweven financiële prikkels van richtlijnen voor gepast medisch handelen.
Ik wil graag reageren op zijn pleidooi voor meer aandacht en effectievere ‘prikkels’ om de vaart erin te krijgen en een ‘aanspreekcultuur’ te stimuleren. Daarin vind ik aanknopingspunten met onderdelen van mijn boek “Hoe dokters beter kunnen worden” die ingaan op het thema “aanspreken”. (Zie www.hoedoktersbeterkunnenworden.nl voor recensies van het boek waaronder die van Marcel Levi, begin januari gepubliceerd in Medisch Contact), van Peter van der Voort en andere prominente lezers uit de beroepsgroep)
Van die aanknopingspunten wil ik er twee in het bijzonder uitlichten:
- Het belang, of misschien wel de noodzaak, van een gezamenlijke ambitie van een vakgroep of afdeling met daarvan afgeleide, maar gezamenlijk geformuleerde do’s en dont’s voor het medisch én voor het collegiaal functioneren. Daarin moet de collectieve legitimering liggen van elkaar aanspreken. Dan wordt de dokter niet aangesproken door een collega, maar door het collectief waarin die dokter zich heeft gevoegd. In mijn boek reik ik een praktische en efficiënte werkvorm aan om zo’n collectieve ‘mores’ te ontwikkelen.
- Onderdeel van die collectieve ‘mores’ zal een gezamenlijk aangeleerde vorm van het aanspreken moeten zijn. Ofwel een feed-back protocol, dat ook als zodanig herkenbaar is als collectieve ‘standaard’, in combinatie met commitment aan het gedachtegoed van ‘verbindend communiceren’ ook wel aangeduid als geweldloze communicatie. Daarin ligt de veiligheid in het aanspreken geborgen.
Ik zou willen dat dergelijke collectieve ‘afspraken’ c.q. commitments expliciet en ziekenhuisbreed worden geïncorporeerd in de organisatiecultuur. Daar zou mijn boek, dat over nog heel veel meer gaat om het medisch specialistisch functioneren te behoeden voor wat ik ‘gedoe’ noem, een ‘huisbijbel’ voor kunnen vormen.
Zover zal het wat dat laatste betreft wel nooit komen, maar ik vind het toch een mooie ‘droom’ die mij inspireert om dit met je te delen.
Moedig voorwaarts, Sjoerd.